C.S. Lewis, Gedachten over de Psalmen, [2009], 25 De reactie van de psalmdichters op kwetsende zaken is wel volkomen natuurlijk, maar toch volkomen fout. Men zou er een excuus voor kunnen aanvoeren door te zeggen dat zij geen christenen waren en niet beter wisten. Maar er zijn twee redenen waarom deze verdediging wel iets, maar niet veel uithaalt. Ten eerste bestond er ook binnen de joodse godsdienst al een correctief op deze natuurlijke reactie. ... Leviticus 19:17-18, Exodus 23:4-5; Spreuken 24:17 .. En ik zal nooit mijn verbazing vergeten toen ik voor het eerst zag dat de woorden van Paulus 'indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten' enz. een direct citaat uithetzelfde boek zijn (Spreuken 25:21)
, [], Whether it is right to distinguish other moral precepts of the law besides the decalogue?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult uw [25]broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste [26]naarstiglijk berispen, en zult [27]de zonde in hem niet verdragen. 25. Dat is, uwen naaste. Zie Gen.19:7, en Gen.29:4, of, uw landsman. Zie Ex.2:11; 1 Sam.30:23; Hand.22:1, alwaar het woord broeder voor landslieden genomen wordt. 26. Hebreeuws, bestraffende bestraffen. 27. Anders, opdat gij de zonde voor hem, of, om zijnentwil niet draagt; dat is, de straf, die hij verdiend had, met hem niet draagt.